Infiltratieputten houden metro de Hoekse Lijn droog
Hevige buien kunnen veel hinder geven in de stad. Tijdens de aanleg van het metrotracé Hoekse Lijn leidde wateroverlast tot storingen aan installaties van het spoorsysteem bij Hoek van Holland. En bij Maassluis tot te hoge (grond)waterstanden in het spoortalud en in de naastgelegen infiltratiesloot. Als oplossing wordt het regenwater nu afgevoerd naar zandpakketten in de ondergrond, met een extra overstortvoorziening op oppervlaktewater als achtervang.
In Hoek van Holland en Maassluis zijn op beide locaties vier verticale infiltratieputten geplaatst met een debiet van 7 m3/uur per bron. De filters van de infiltratiebronnen zijn geplaatst op een diepte van 20 tot 32 meter beneden NAP. Bij wateroverlast slaan de bronnen aan en wordt het regenwater geïnfiltreerd in het eerste watervoerend pakket. Het infiltratiedebiet en de grondwaterstijghoogte bij de verschillende putten wordt continue gemonitord. Daarnaast wordt periodiek de grondwaterkwaliteit geanalyseerd.
Ook op andere locaties in Rotterdam en Maassluis wordt de ondergrond gebruikt voor afvoer en opslag van regenwater. In COASTAR onderzoeken we hoe je veel van deze kleine systemen beheert zonder dat dit te veel tijd en dus geld kost. We ontwikkelen meet- en regeltechnieken en testen die op de locaties in Rotterdam en Maassluis. Met hulp van sensoren houden we van een afstand in de gaten hoeveel water erin gaat en eruit, wat de kwaliteit is van dat water, en of de put niet verstopt. Zo hebben we snel en eenvoudig grip op de prestaties en beperken we de beheerskosten.